Gevolgen voor het milieu

De impact van de vlees- en zuivelindustrie op het milieu is ontzettend groot.
Wereldwijd is de veehouderij verantwoordelijk voor:

  • 14.5% van alle broeikasgassen;
  • 25% van het watergebruik;
  • 80% van de ontbossing van de Amazone;
  • vervuiling van wateren met stikstof en fosfaat.

Broeikasgasemissies door zuivelproductie
De zuivelindustrie is de op één na grootste producent van mest. Dit mestoverschot zorgt voor uitstoot van broeikasgassen, zoals methaan en lachgas. Mest zorgt ook voor watervervuiling, bodemvervuiling en -erosie en een vermindering van de biodiversiteit.

Landgebruik
De impact van vlees- en zuivelproducten is veel groter dan die van plantaardige voeding. Vlees en zuivel leveren 18% van de calorieën en 37% van de eiwitten die mensen consumeren, terwijl bedrijven in deze sector 83% van de landbouwgrond in beslag nemen.

Antibiotica
20-90% van de antibiotica die gegeven worden aan dieren in de industrie komen in de mest en op het land terecht. Hiernaast worden in de zuivelindustrie antimicrobiële stoffen, hormonen, ontsmettingsmiddel en anti-parasitaire middelen gebruikt. Al deze middelen hebben invloed op het milieu.

Waterverbruik
Voor de productie van een liter melk is 1000 liter water nodig en voor de productie van een kilo kaas zelfs 5000 liter water. In vergelijking met sojamelk kost koemelk 600 à 900 liter meer water per geproduceerde liter melk. Daarnaast stoot het productieproces van koemelk meer dan drie keer zoveel CO2 uit in vergelijking tot plantaardige melksoorten én gebruiken deze plantaardige melken 93% minder land om geproduceerd te worden.

Stikstof, ammoniak en fosfor
Ieder jaar scheidt elke melkkoe 129 kg stikstof en 16 kg fosfor uit, dat staat gelijk aan de uitstoot van 18-20 mensen. Stikstof- en fosforvervuiling leidt tot verstoring van de lokale en regionale werking van water, bodem en klimaatpatronen. Vlees- en melkkoeien samen zijn verantwoordelijk voor 58% van de totale ammoniakemissie van de veeteelt.

“Als we allemaal plantaardig zouden eten, zou de uitstoot van stikstof 40-80% omlaag gaan.”

Plantaardig
Eén dag plantaardig eten levert een besparing van 1.1 Megaton CO2-eq. op.
Bij volledige vervanging door plantaardige voedingsmiddelen zouden we ca. 6 Megaton CO2-eq. kunnen realiseren en zou hierdoor 30% van het Nederlandse land vrijgemaakt kunnen worden voor o.a. herstel van de natuur.